De winter is begonnen, de ijsvorming voorlopig nog niet. Wie in de omgeving van Gent deze middag buiten liep, zal het ongetwijfeld gemerkt hebben. Ondanks een temperatuur rond -2 à - 3°C, lagen veel wegen en andere verharde oppervlakken er nat bij. Er zit immers nog veel warmte in de grond, die niet zomaar meteen weg is. Ook op veel plassen was er, ondanks de negatieve temperaturen, veelal nog geen vliesje ijs te zien, terwijl er aan auto's en daken wel ijspegels hingen.
Ondanks de luchttemperatuur van -3°C lag deze (ongestrooide) weg in Drongen er nat bij, door de bodemwarmte. |
De oorzaak is vrij eenvoudig: de winterkou is niet hier ter plaatse gemaakt, maar met de noordoostenwind aangevoerd. Daardoor ligt de temperatuur in de lucht enkele graden onder nul, maar op de bodem nog boven nul. Bij stralingskoude is het andersom. Die ontstaat ter plekke. Dan koelt eerst de bodem af en is het vlak bij de grond veel kouder dan op anderhalve meter hoogte. Dan is het best mogelijk dat de thermometer in de thermometerhut -3°C aanduidt, terwijl het op de grond -8°C is. Het spreekt vanzelf dat in zo'n geval de ijsvorming sneller gaat dan bij een situatie zoals vandaag. Daarom heeft het niet veel zin om louter en alleen op basis van een grafiek voor de temperatuur op 2 meter hoogte, een inschatting te maken van de kansen op stevig natuurijs of schaatsijs. Daar komen nog heel wat andere factoren bij kijken, zoals dauwpunttemperatuur, bewolking en wind.
Natte wegen en plassen door de bodemwarmte, maar tegelijk ook indrukwekkende ijspegels door de luchttemperatuur van -3°C. |
Een echte natuurijsschaatser is daarom nooit een "ijsdag-fetisjist". Liever een mooie, windstille en zonnige winterdag met een kortstondig maximum van +3°C en een dauwpunt van -5°C dan een nevelige en bewolkte nipte ijsdag met urenlang -0,3°C in de thermometerhut, maar positieve temperaturen aan de grond.
De bodemwarmte zal de komende dagen een kleinere rol gaan spelen. Als we lang genoeg in de koude lucht blijven, koelt het oppervlak vanzelf af. Komende nacht komen we in nog wat koudere lucht terecht. Ondanks de bewolking daalt het kwik in westelijk Vlaanderen tot rond -4°C. Af en toe kunnen er nog wat sneeuwvlokken dwarrelen, maar grote hoeveelheden worden er niet verwacht. De wind waait matig (3 à 4 Bft) uit NO. Door de bewolking en de wind ligt de temperatuur aan de grond nog altijd wat hoger dan op 2 meter hoogte. Dat betekent dat we nog altijd niet veel ijsvorming moeten verwachten op grotere wateroppervlaktes.
Ook morgen (maandag) overdag blijft de bewolking overheersen en kunnen er nog wat sneeuwvlokken dwarrelen. De aangevoerde luchtmassa wordt nog altijd kouder. Op 1500 meter boven ons hoofd (temperatuur 850 hPa) is het morgenochtend -6°C, morgenavond -11°C. De maxima op waarnemingshoogte liggen morgen in Vlaanderen rond -4°C. Op meer en meer plaatsen begint er zich een ijsvloer te vormen. In de nacht van maandag op dinsdag daalt het kwik in Vlaanderen tot rond -10°C.
Vanaf dinsdag krijgen we geregeld de zon te zien. De temperatuur op 850 hPa is -11°C. De zon is nog niet krachtig genoeg om de luchtmassa veel op te warmen. De maxima liggen daardoor dinsdag rond -4 à -5°C in de regio Gent. De wind waait nog altijd met 3 à 4 Bft uit NO, zodat de ijsvorming op grote wateroppervlaktes nog altijd wat moeizamer verloopt. Het waait dinsdag trouwens harder in Vlaanderen dan in Nederland.
Woensdagochtend liggen de minima rond -9°C in de regio Gent. Omdat de wind begint af te nemen, zullen de verschillen in minima tussen plaatsen waar veel sneeuw ligt en plaatsen waar er weinig sneeuw ligt, groter worden. Waar er meer dan 5 cm sneeuw ligt, kan het kwik plaatselijk tot dicht tegen -15°C dalen. Boven het dikke sneeuwtapijt in Nederland is dat lokaal nog lager. Overdag stijgt het kwik tot dicht tegen het vriespunt.
Donderdag krijgen we van hetzelfde laken een pak. Minima 's ochtends tussen -10° en -15°C, afhankelijk van het sneeuwdek. De wind valt vrijwel volledig weg, zodat het nu erg snel gaat met de ijsvorming. Overdag doet de zon het kwik eventjes tot dicht tegen het vriespunt stijgen, maar van zodra de zon onder is, daalt de temperatuur weer erg snel. Vrijdagochtend liggen de minima alweer tussen -9° en -15°C. Alleen vlak aan zee liggen de minima iets hoger, maar ook daar vriest het nog altijd matig.
Vrijdag en zaterdag neemt de oostenwind weer iets in kracht toe. Omdat er dan op de meeste plaatsen al een ijsvloer ligt, heeft dat weinig gevolgen voor de ijsvorming. De nachten blijven koud, met minima meest waarschijnlijk tussen -5 en -10°C en maxima rond of iets boven het vriespunt. Zolang de dauwpunten negatief blijven, is dat laatste absoluut geen probleem voor de ijsvloer. De "ijspluim" voorziet voor ondiep water in Vlaanderen tegen zaterdag een ijsdikte van 15 centimeter. Dat betekent dat er op veel plaatsen dan een veilige ijsvloer ligt. Of we ook kunnen schaatsen, zal in dit pandemie-jaar helaas ook van andere factoren afhangen dan de ijsdikte.
De ensemble-verwachting voor de temperatuur in Gent (bron: ecmwf.org) |
Ook op de langere termijn lijkt de kans vrij groot dat de winterkou zich handhaaft. De meeste weermodellen berekenen ook volgend weekend en de dagen daarna nog imposante hogedruk ten noorden van onze omgeving. Zolang dat dit het geval is, komt er geen dooiweer van betekenis. Uiteraard zijn verwachting op die termijn altijd onzeker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten