Begin volgende week is de kans op lichte vorst tijdens de nachten in Vlaanderen nog altijd zo'n 75 procent. De meeste berekeningen gaan er nu van uit dat de wigas (waarvan sprake in de vorige bijdrage) net ten noorden van onze omgeving blijft liggen.
Hoe hoog of hoe laag de temperatuur precies zal uitpakken, blijft in grote mate afhankelijk van eventuele mist en lage bewolking: twee meteorologische factoren die moeilijk lang op voorhand in te schatten zijn. Tijdens heldere nachten komt de -5°C binnen bereik, tijdens bewolkte nachten vriest het niet. Ontstaat er uiteindelijk mist na een heldere nacht, dan is het mogelijk dat die hele dag blijft hangen. In dat geval komt de temperatuur overdag nauwelijks boven het vriespunt uit. Schijnt de zon uitbundig, dan overschrijden we de +5°C. Komt de wigas toch iets ten zuiden van ons te liggen, dan sijpelt er zachtere zeelucht binnen en kan de temperatuur oplopen tot dicht tegen +10°C.
Het is onmogelijk om die grenslaag-factoren nu al exact in te schatten. Die onzekerheid weerspiegelt zich nog altijd in de temperatuurpluim, die vanaf maandag breed uiteen waaiert. Vertrouw niet te veel op 'apps' en andere geautomatiseerde weerbericht-toepassingen, die er voor de komende tien tot veertien dagen haast lukraak 1 van de vele mogelijke scenario's uitkiezen. Ze geven momenteel zonder meer een ongefundeerd en dus vals gevoel van zekerheid en dat al vanaf de derde dag.
De temperatuurpluim voor het zuiden van Nederland (bron: weerplaza.nl) |
Goed en duidelijk verhaal!
BeantwoordenVerwijderenBedankt Jeroen!
Verwijderen