dinsdag 28 december 2021

Laatste dagen van 2021 verlopen uitzonderlijk zacht

Het zijn alweer harde tijden voor wie houdt van schaatsen op natuurijs in de Lage Landen. Een vervelend samenspel tussen een zuidelijk gelegen hogedrukgebied en een Atlantische depressie zorgt voor een opstuw van subtropische lucht naar onze omgeving. De laatste dagen van 2021 verlopen daardoor uitzonderlijk zacht en misschien zelfs recordzacht met maxima rond 14 à 15°C. Begin januari wordt het opnieuw wat minder zacht, maar winterweer staat voorlopig nog niet op het programma.

Dooiperiodes zijn vaak goed voor schaatsers in het hoge noorden. Als het nadien weer gaat vriezen ligt het ijs er weer perfect bij.


Ook de Alpen ontsnappen niet aan het uitzonderlijk zachte weer. Aangezien de schaatstochten op de Weissensee in Oostenrijk deze winter omwille van corona zijn geschrapt, ga ik deze winter niet berichten over de schaatsmogelijkheden daar.

In Scandinavië zijn de omstandigheden een stuk beter. Ook daar rukt de zachte lucht soms op, vooral in het zuiden, maar november was daar zo uitzonderlijk koud dat er op de meeste plaatsen al een dikke ijsvloer ligt. Een korte dooiperiode is dan zelfs goed voor het ijs. De geveegde natuurijsbanen worden dan op natuurlijke wijze "gespoeld" en de sneeuw op de meren kan dan gaan "stöpen". Dat is een Zweeds woord dat zich moeilijk laat vertalen. Het betekent dat de ijsvloer onder het gewicht van de natte sneeuw naar beneden wordt gedrukt en dat de sneeuwlaag zich volledig vol zuigt met water. Als het daarna weer gaat vriezen, ligt er een egale en harde, grijze ijsvloer die opnieuw perfect beschaatsbaar is. "Stöpis" is dus geen sneeuwijs, dat qua kwaliteit vaak erg bedenkelijk is.

De zuidelijk gelegen lagedrukgebieden stuwen zachte zeelucht naar de Benelux, maar Scandinavië blijft vrijwel altijd aan de koude kant van de depressies liggen. Alleen in het meest zuidelijke deel van Zweden ligt de temperatuur te hoog. Ten noorden van de lijn Göteborg-Jönköping-Norrköping zijn de omstandigheden vrij goed.



Wie deze site al een tijdje volgt, weet dat ik een old school meteoroloog ben die weinig of geen waarde hecht aan langetermijnverwachtingen. Weersverwachtingen zijn vrij betrouwbaar tot vijf dagen ver, de "pluim" van het ensemble geeft een mogelijke trend aan tot 10 dagen vooruit. Het laatste deel van de 15-daagse pluim is naar mijn mening al niet meer bruikbaar om concrete verwachtingen op te stellen en neem ik zelf nooit mee in mijn verwachting.. Er wordt veel onderzoek gedaan naar maand- en seizoensverwachtingen, maar bruikbare uitkomsten leveren ze voorlopig voor onze omgeving nog niet op. Het bekijken van de uitvoer van het maandmodel van ECMWF, die 2 keer per week beschikbaar komt, kan leerzaam en interessant zijn, maar het opmaken van een concrete verwachting aan de hand van deze modeluitvoer is zinloos en schept alleen maar verkeerde verwachtingen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten