Op de nieuwswebsite van de VRT (vrtNWS) staat een artikel met tips hoe je in de winter het best de weg op gaat. Het zijn waardevolle tips, maar mijn oog viel op de uitleg onder het kopje "Te snel rijden op een brug". Die klopt niet. Het water onder de brug is niet het grootste gevaar. Bruggen en viaducten worden veel sneller glad dan het gewone wegdek, ook als er geen water onder ligt. Daardoor laten chauffeurs zich soms verrassen.
Dat bruggen en viaducten vaak gladder zijn dan de gewone rijweg, heeft weinig of niets te maken met het water eronder. Ze koelen gewoon sneller af. Hoe komt dat? In heldere nachten koelt het aardoppervlak af door uitstraling: de warmte van het aardoppervlak verdwijnt naar de ruimte. Die afkoeling wordt voor een deel gecompenseerd door de warmte die nog in de bodem aanwezig is. Het bovenste aardlaagje koelt af, maar wordt deels weer opgewarmd door de warmere bodem eronder.
Bij het wegdek op bruggen en viaducten heb je die bodemwarmte niet. Het wegdek koelt ook daar af door de uitstraling, maar er wordt geen extra warmte aangevoerd langs onderen. Gevolg: het wegdek koelt daar sneller af tot onder het vriespunt. Terwijl de wegdektemperatuur in de omgeving nog overal pakweg +2°C is, kan het wegdek van een brug of viaduct al afgekoeld zijn tot -2°C en ontstaan daar al rijm- en ijsplekken. Dat gebeurt ook als er een spoorweg of een andere weg onder de brug ligt in plaats van water.
Hetzelfde fenomeen zie je ook bij bijvoorbeeld een autodak of een goed geïsoleerd plat dak. Dat zal ook al aanvriezen terwijl de luchttemperatuur nog (ruim) boven het vriespunt ligt. Ook daar gaat de uitstraling snel, terwijl er weinig of geen warmte langs onderuit wordt aangevoerd om de afkoeling deels te compenseren.
De uitleg op vrtNWS klopt dus niet helemaal, maar de goede raad natuurlijk wel. Wees in de winternachten extra voorzichtig op bruggen en viaducten en laat je er niet verrassen door rijm- en ijsplekken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten