De luchtdruk op zeeniveau zou volgens het model in de winterperiode gemiddeld gezien lager dan normaal zijn boven Scandinavië en hoger dan normaal boven de Middellandse Zee. Dat zorgt in onze omgeving voor een westelijke stroming, met aanvoer van zachte oceaanlucht en dat is meteen de verklaring voor de hoge temperatuur. Die westelijke stroming zou doordringen tot ver in Rusland.
Een ander gevolg is dat de winter ook vrij nat zou verlopen. Het ensemblegemiddelde voor de drie wintermaanden ligt volgens het Europese model ongeveer 50 mm hoger dan normaal.
Is dat een garantie dat de winter daadwerkelijk ook zacht en nat zal verlopen? Uiteraard niet. Wat het Europese seizoensmodel doet, is vijftig keer het weer berekenen op de lange termijn, in dit geval met de situatie van 1 september als uitgangsbasis. Daarbij wordt telkens die uitgangssituatie lichtjes verstoord, om de onzekerheid in de waarnemingen en berekeningen te simuleren. In tegenstelling tot bij het gewone weermodel, wordt voor het seizoensmodel ook een koppeling gemaakt met een oceaanmodel. Daarin is dus ook de verwachte sterke El Nino meegenomen.
Als we de Europese computer met de situatie van 1 september vijftig keer erg lang laten doorrekenen, zijn de zachte oplossingen dus duidelijk in de meerderheid. Er is volgens het model 70 procent kans dat de winter zich tussen de 30 zachtste winters van de voorbije eeuw zal scharen en minder dan 10 procent kans dat de komende winter tussen de koudste 30 winters terecht komt.
Laat ons, als schaatsliefhebbers, maar hopen dat uiteindelijk toch één van de schaarse koude berekeningen juist blijkt te zijn.
Als de berekeningen van de Europese weercomputer kloppen, wordt dit waarschijnlijk het beeld van komende winter: zacht en nat. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten